Het voertuig wordt geïdentificeerd door de transponder bij de vuldop van de auto. Nadat het tankpistool in vuldop wordt geplaatst, wordt de transponder uitgelezen. Na verificatie van de transponder wordt de tankpomp aangezet, en de uitgeschonken liters geregistreerd. De centrale computer verwerkt de data, en stuurt deze informatie door naar boekhoudingcomputer om een rekening op te maken.

Het tanksysteem dat geheel door ons ontworpen is, werkt globaal als volgt:

  1. Na het uitnemen van tankpistool uit de houder, begint de draadloze RFid reader te scannen.
  2. De RFid reader identificeert de transponder die bij vulopening van het voertuig is gemonteerd.
  3. De Master controller verifieert aan de hand van de transponder de opgeslagen data. Dit kan bijvoorbeeld zijn: de klantgegevens, de maximale hoeveelheid te tanken brandstof, type voertuig.
  4. Na verificatie wordt de brandstofpomp ingeschakeld door de pomp interface computer. Deze houdt de uitgeschonken hoeveelheid brandstof bij.
  5. Na het terugplaatsen van het tankpistool in houder, worden de gegevens (datum, tijd, klantgegevens en uitgeschonken liters brandstof) opgeslagen in de Master controller.
  6. De Master controller print vervolgens een tank transactiebon.
  7. De gegevens in de Master controller worden door een centrale host computer opgehaald (via bijv. een VHF dataverbinding) en opgeslagen in een centrale database.
  8. De centrale host computer stelt vervolgens de rekeningen op, die vervolgens gestuurd kunnen worden naar de gebruikers/klanten.

Een ander voordeel van dit systeem is dat het kan communiceren met het voertuig. Dit om operationele en technische voertuiggegevens uit te lezen.

Door het ontwerp van dit systeem kan er vooral op de operationele kosten worden bespaard van de brandstof.

Certificering en keuring van de installatie gebeurt bij het NMI: Nederlands Meet Instituut.

Toepassingsvoorbeeld tankinstallatie:

Toepassingsvoorbeeld tankinstallatie